Als eerste luitenant van het KNIL werd E.V.F. (Vic) Toers Bijns na de capitulatie op 8 maart 1942 krijgsgevangen genomen. Hij slaagde erin het kamp te verlaten en sloot zich aan bij een verzetsorganisatie op Java.
Toers Bijns werd op 2 juni 1908 geboren in Seruway (Atjeh) op Sumatra in een Indo-Europees gezin. In 1929 kwam Toers Bijns naar Nederland om aan de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda de opleiding tot officier te volgen. In 1932 vertrok hij met zijn vrouw Maria van Dis naar Nederlands-Indië als tweede luitenant. Voor de oorlog zou hij tot eerste luitenant bevorderd worden.
Tijdens het uitbreken van de oorlog in de Pacific diende hij bij het infanteriedetachement van Rengat op Sumatra. Na de capitulatie van het KNIL op 8 maart 1942 werd hij krijgsgevangen genomen. Hij kon het kamp verlaten omdat hij zo donker was dat men hem voor een Indonesiër hield. Hij voer van Sumatra naar Java waar hij zich aansloot bij de verzetsorganisatie van kapitein R.G. de Lange, officier van de Generale Staf en beschouwd als een van de belangrijkste verzetsleiders op Java. De Lange kon zich door de uitgebreide rapportages van Toers Bijns een goed beeld vormen van de situatie op Sumatra.
Toers Bijns werd vervolgens naar Batavia gestuurd met de opdracht rivaliserende Molukse groepen dichter bij elkaar te brengen. Dit deed hij in samenwerking met kapitein A.L.J. (Nol) Wernink die in Batavia meerdere verzetsgroepen leidde. Wernink en Toers Bijns gaven persoonlijk leiding aan enkele van deze verzetsgroepen. Toers Bijns zou de tweede man van de ‘groep-Wernink’ zijn geweest. De groep Wernink hield zich onder andere bezig met het verzamelen van strategische inlichtingen en wapens, sabotage, vrije nieuwsgaring via het luisteren naar verboden geallieerde radiozenders, voorbereiding van ondergrondse acties om de geallieerden te helpen bij een invasie en het laten onderduiken van gezochte personen. Toers Bijns deed zich bij zijn ondergrondse activiteiten voor als Indonesiër. Hij stond bij de verzetsgroep bekend als een meester in de vermommingskunst: ‘Als Indonesische satéverkoper kon hij urenlang gehurkt op zijn klanten wachten en ondertussen scherp uitkijken als hij iets te weten wilde komen van de jap.’
Eind 1942 kwam de Kempeitai de groep van Wernink op het spoor. Toers Bijns dook eerst in Batavia en later in Bandoeng onder bij familie. In juni 1943 vielen Toers Bijns en Wernink door verraad in handen van de Kempeitai. Toers Bijns zat onder andere vast in de gevangenis van Buitenzorg. Op 12 december 1944 werden Toers Bijns, Wernink en enkele andere leden van hun verzetsgroep op Ancol vlakbij Batavia (Jakarta) onthoofd. Hij ligt daar nu op het ereveld in een verzamelgraf.
Na de oorlog werd Toers Bijns’ verhaal (enigszins gefictionaliseerd) verteld in de romans van Adriaan van Dis (onder andere Indische Duinen). Van Dis is een zoon van Maria van Dis, geboren uit een relatie die na de oorlog was ontstaan tussen de weduwe en haar tweede man.