Ondergedoken in de jungle
Jan Klinkhamer zou als enige van zijn groep guerrillastrijders in Celebes (Sulawesi) aan de Japanners ontkomen. Hoewel de Japanners hem bleven zoeken en zelfs een beloning van honderd gulden hadden uitgeloofd voor zijn arrestatie, overleefde hij de oorlog door jarenlang onder te duiken in de jungle. Hij kreeg hierbij hulp van een Indonesische familie.
Op 11 januari 1942 vielen de Japanners de Minahassa (Noord-Celebes) binnen. Er volgden hevige gevechten en op 22 januari bezetten de Japanners de gehele Minahassa. De Nederlandse Jan Klinkhamer was in die regio onderofficier bij het KNIL. Na de Japanse inval moest zijn detachement zich terugtrekken. Klinkhamer weigerde zich over te geven aan de Japanners. Hij sloot zich aan bij de guerrillagroep onder leiding van J.A. de Jong en W.H.J.E van Daalen op Midden-Celebes.
De groep was ervan overtuigd dat de geallieerden binnen enkele maanden Nederlands-Indië zouden komen bevrijden. Zij verscholen zich in kampongs en probeerden contact te leggen met de geallieerden in Australië. Het plan van de guerrillagroep was om, voordat de geallieerden zouden komen, de Japanners een slag toe te brengen. In de praktijk kampten de guerrilla’s met een gebrek aan wapens en munitie en moesten ze het opnemen tegen de goed uitgeruste Japanners. ‘Achteraf was het natuurlijk allemaal gekkenwerk’, verklaarde Klinkhamer na de oorlog.
De guerrillagroep slonk aanzienlijk door meerdere gevechten met de Japanners. De Japanse troepen bleven jagen op de guerrilla’s en uiteindelijk werd de groep uit elkaar gedreven. Klinkhamer trok begin augustus 1942 alleen verder. Na enkele dagen kwam hij aan in de kampong Bente. Daar werd hij geholpen door een Indonesische familie die hem in het geheim eten bracht, en hem hielp uit handen van de Japanners te blijven. De jacht op Klinkhamer ging onverminderd door. De Japanners hadden zelfs honderd gulden uitgeloofd voor degene die Klinkhamer levend aan de Japanners zou uitleveren. Veel van zijn medestrijders, evenals de twee leiders van de guerrillagroep De Jong en Van Daalen, waren al gepakt en geëxecuteerd.
Klinkhamer wist zich met de hulp van enkele bewoners uit kampong Bente tot het einde van de oorlog schuil te houden voor de Japanners. Hij leefde ondergedoken, grotendeels in de jungle op een berg in de buurt van kampong Bente. Hij is als enige van zijn groep guerrillastrijders ontkomen aan de Japanners.
