Ontsporen van een Japanse trein

Batoe/Gedangan
Februari 1943

Het overrompelen van een Japanse patrouille, de aanval op een Japans konvooi en het doen ontsporen van een Japanse trein: de Molukse Boetje Matitawaer was betrokken bij succesvolle verzetsacties op Oost-Java in 1943. Eenmaal opgepakt door de Japanners, liet Matitawaer ondanks hevige martelingen niets los over zijn verzetskameraden.

Na de capitulatie van het KNIL op 8 maart 1942 kwam KNIL-militair Boetje Matitawaer in een Japans krijgsgevangenenkamp terecht. Nog dezelfde maand vluchtte hij uit krijgsgevangenschap in Bandoeng en vertrok naar Malang, waar hij zich aansloot bij een verzetsgroep. Met zijn Molukse uiterlijk viel hij extra op in de Javaanse maatschappij. Hij moest zich daarom vermommen als straatverkoper, muziekleraar, of krankzinnige om uit de handen van de Kenpeitai te blijven.

De eerste grote verzetsactie van Matitawaer was bij het plaatsje Gedangan op Oost-Java. Door een wissel te verzetten, wist hij een trein met Japanse troepen te ontsporen met veel gewonden en doden onder de Japanners tot gevolg. De verzetsgroep waar Matitawaer lid van was overviel later ook een Japans konvooi. De verzetsmensen schoten van korte afstand de bestuurders van de Japanse wagen neer. In de opstopping die ontstond gooiden de verzetsmensen handgranaten. Op dezelfde manier overrompelde de verzetsgroep een Japanse patrouille in Batoe, een stad ten noordwesten van Malang.

Matitawaer heeft enige tijd uit handen van de Kenpeitai en Indonesische politierechercheurs van de Politieke Inlichtingendient kunnen blijven. Uiteindelijk wisten ze hem alsnog te arresteren en sloten hem veertien maanden op. Tijdens zijn gevangenschap doorstond hij talloze martelingen. De meest beruchte marteling was de waterproef. Matitawaer werd aan een plank vastgebonden en onder water gedompeld. Of er werd water door zijn mond en neus naar binnen gepompt totdat zijn buik geheel was opgezwollen, waarna er hard op de buik werd geslagen of getrapt. Matitawaer maakte dit drie keer mee. Ook is hij geschroeid met gloeiende voorwerpen en gepijnigd met stroom. Ondanks de zware martelingen liet hij niets los over zijn verzetsdaden en kameraden.

Omdat hij zich als een krankzinnige gedroeg liet de Kenpeitai hem uiteindelijk vrij. Tot aan de Japanse capitulatie liep Matitawaer in vodden gehuld door de straten.

  • Japanse militairen in de laadbak van een vrachtwagen. Bron: NIOD – Beeldbank WO2

Vorige | 1 - 1 | Volgende